Aan den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie werd verzocht eene billijker toepassing van het tarief van overschrijvings rechten bij verrekenpaketten. (Bijlage Q). Antwoord van den Dir.- Generaal bijlage R. 'Naar aanleiding van de voorgenomen sluiting van het Postkantoor tusschen 12 V2 en 2 uur n.m. gaf de Kamer van haar bezwaren daar tegen kennis aan den Inspecteur der Posterijen. (Bijlage S). Bij den gemeenteraad werd aangedrongen op herstel van de tram verbinding Breda—Princenhage. (Bijlage T). De Kamer verleende adhaesie aan de volgende adressen het adres der Kamer te Zwijndrecht dd. 22 Jan. 1920, aan Z.E. den Minister van Waterstaat, waarin verzocht wordt wijziging in de regeling van den Postcheque- en Girodienst het adres van de Kamer te Vlissingen aan denzelfden Minister betreffende het behoud der Maatschappij Zeeland te Vlissingen het adres van de Coöper. Vereeniging Centraal Beheerte Amsterdam aan den Minister van Arbeid, verzoekende wijziging der Invaliditeitswet het adres der Kamer te Vlaardingen aan den Min. v. Waterstaat, verzoekende vrijstelling van staangeld der spoorwegwaggons op Zater dagmiddag het adres der Kamer te Schiedam aan den Minister van Arbeid, verzoekende uitstel der invoering van den 8-urigen arbeidsdag; het beroepschrift van eigenaren van vrachtauto's tot H. M. de Koningin, betreffende het besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant tot sluiting der Provinciale wegen voor motorrijtuigen, zwaarder dan 1700 K.G. Eveneens werd steun verleend aan het adres van de Kamer te Rotterdam aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, verzoekende spoedige in behandeling neming van het wetsvoorstel betreffende het zeerecht. Naar aanleiding van herhaaldelijk kenbaar gemaakte bezwaren der Kamer aangaande de regeling van den Postcheque- en Girodienst was de Directeur van dien dienst zoo welwillend in eene conferentie hier ter stede met de Kamer op 12 Mei 1920 over de opmerkingen der Kamer van gedachte te wisselen. De Kamer ijverde voor het verkrijgen van den aanleg van het Kanaal Antwerpen-Moerdijk langs Breda; eene deputatie der Kamer werd ter bespreking van deze aangelegenheid door den Minister van Waterstaat in audiëntie ontvangen. In de gemeentelijke duurte-commissie nam namens de Kamer de heer J. C. Cramerus zitting. In de voorbereidings-commissie der nieuwe Kamer van Koophandel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 397