37 Den lien Maart 1919 werd bij Raadsbesluit goedgekeurd de aanvraag van een voorschot van f 1.498.978,78 voor den bouw van 225 arbeiderswoningen aan de Jan van Polanenkade. Het Kon. Besluit betreffende dit Rijksvoorschot werd eerst op 21 Mei 1920 ontvangen. Dit besluit behelst echter alleen een voorschot voor den bouw van 168 woningen type A. en werd afwijzend beschikt op de aanvrage van een voorschot voor 3 kleine middenstandswoningen aan de Fellenoordstraat. Over het voorschot voor 54 woningen in de Gampelstraat werd in het Kon. Besluit niets vermeld. Niettegenstaande het niet-toekennen van een voorschot voor deze 54 woningen is in overleg met het Ministerie van Arbeid aan dien bouw begonnen en hebben door de Regeering reeds uit betalingen voor dien bouw plaats gehad. Het bestuur heeft bij het Ministerie van Arbeid en bij den Inspecteur van de Volksgezondheid inlichtingen daarover ingewonnen. Door het Ministerie van Arbeid werd mededeeling aan het Bestuur gedaan, dat men vermoedde, dat er eene vergissing was begaan en dat men de zaak zou onderzoeken. De Inspecteur deelde mede, dat hij wel zou zorgen dat een en ander in orde zou komen. Tot op heden werd daar omtrent niets vernomen. Het aantal woningen dat in het jaar 1920 is afgebouwd bedraagt 13 stuks type A en 26 stuks type C voor sociaal achterlijken. Met 31 December 1920 zijn totaal voltooid 54 stuks type A en 26 stuks type C. Den 30 Juni 1920 werd aanbesteed een blok van 45 woningen type A, met den bouw daarvan werd in het afgeloopen jaar nog niet aangevangen. Daar voor iedere aanbesteding in verband met de hooge kosten, toestemming moet gevraagd worden aan de regeering om tot den bouw over te kunnen gaan, verloopt cr zeer veel tijd tusschen de aanbesteding van den bouw en de gunning aan den aannemer. In verband met de slechte bodemgesteldheid, de lage ligging van het terrein, de hooge eischen die de regeering aan de in deeling der woningen heeft gesteld bij de goedkeuring van het geheele plan, is de kostprijs belangrijk hooger dan de geraamde kosten, vermeld op de door het bestuur ingediende exploitatie rekeningen, behoorende bij de aanvrage voor het voorschot in 1918 ingediend. De Inspecteur van de Volksgezondheid, die meende dat Volks huisvesting te duur bouwde, heeft, na een nauwkeurig onderzoek van het bestek met het plan, aan het bestuur de bescheiden terug gezonden met een lijst van bezuinigingen. Deze lijst werd be sproken met den Directeur van Gemeentewerken en met Bouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 39