Gemeente Ambachtsschool te Breda.
25
meente en ook in andere plaatsen van het district, kwam het meer
malen voor, dat bouwwerken tijdelijk moesten worden stilgelegd bij
gebrek aan metselaars.
In de tabaksindustrie was tijdelijk een groote malaise met nader
hand eene opleving, zoodat zelfs vele sigarenmakers uit den omtrek
in Breda werk vonden. Er waren sigarenmakers, die van Oisterwijk
en Roosendaal hier kwamen werken.
In 1920 bedroeg het aantal ingeschreven werkloozen in het district,
buiten Breda, 3366; aanvragen van werkgevers 85, geplaatst 113,
waarvan 28 door de Bredasche arbeidsbeurs, de overigen door de
correspondenten.
Er werden afgegeven 47 verklaringen tot toelating van buitenlandsche
arbeidskrachten.
Door de indiensttreding van de in 1919 benoemde Leeraren, 2
voor het teekenen en 1 voor het V. Th. Ond., was de herbenoeming
van 3 tijdelijke leerkrachten niet meer noodig. Door het groote
aantal leerlingen waren voor het voortgezet theoretisch onderwijs
nog 2 tijd. leerkrachten noodig; ook deze zullen vervangen worden
door een vaste volledige leerkracht voor dat onderwijs. Aan de school
zijn thans verbonden
1 Directeur, 1 Adj. Dir.-Leeraar, 14 Leeraren voor teekenen en
praktijk, 1 tijd. Leeraar voor praktijk, 2 tijd. Leeraren voor v. th. ond.
en 5 godsdienstleeraren (4 voor de Kath. en 1 voor de Prot. leerl.)
en bovendien een concierge.
In 1920 werden 96 leerlingen ingeschrevenaan het toelatings
examen werd door 84 leerlingen deelgenomen, waarvan 75 slaagden
en 9 werden afgewezenzonder examen werden 5 leerlingen toegelaten,
terwijl 2 leerlingen van een andere ambachtsschool werden over
genomen van de ingeschrevene leerlingen kwamen 5 leerlingen niet
op of hadden zich teruggetrokken. Aldus werden toegelaten 82 leer
lingen en wel 53 metaalbewerkers (w. o. de adsp. electriciens), 18
timmerlieden, 7 meubelmakers en 4 schilders.
In den loop van 1920 verlieten 18 leerlingen de school zonder den
cursus te hebben voleind de redenen daarvan waren 4 wegens vertrek
naar elders, 7 wegens tegenzin in langer schoolgaan, 3 om thuis te
kunnen helpen, 1 terug naar de lagere school en 3 wegens wangedrag.
Einde Maart 1920 hadden 37 leerlingen den 3 of 4 jarrigen cursus
doorloopen en kon aan 36 het getuigschrift der school worden
uitgereiktvan dezen groep verzocht een drietal nog één jaar de
lessen te mogen volgendit werd toegestaanalzoo vertrokken 34
