46
Bijlage H.
Nr. 1027.
Breda, 8 Juli 1920.
Antwoord op Nr. 16.
betreffende postpakkettarieven
d.d. 5 Juni '20.
(afd. Post en Telegr.)
Aan Zijne Excellentie
den Minister van Waterstaat.
Excellentie,
De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda, heeft
met groot genoegen uit uw bovenaangehaald schrijven
gezien, dat Uwe Exc. bij het eventueel verhoogen der
postpakkettarieven met de bezwaren in haar schrijven
28 April 1.1. (Nr. 991) rekening zult houden.
Het bezwaar dat Uwe Excellentie echter aan het slot
van uw schrijven oppert, lijkt haar niet juistdaar bij
ééne verhooging der postpakkettarieven alléén voor de
zwaardere pakketten van meer dan 3 K.G. het gevaar voor
splitsing in kleinere paketten denkbeeldig is.
De tegenwoordige tarieven zijn tot 1 Kilo 40 cent
van 1 tot 3 Kilo 50 cent
van 3 tot 5 Kilo 60 cent
Nu komt het onze Kamer voor, dat bij eene verhooging
van alleen het tarief voor de pakketten van 3 tot 5 Kilo
tot b.v. zelfs 80 tot 90 cent, er geene mogelijkheid bestaat,
door splitsing der te verzenden goederen voordeel te
behalen, afgezien nog van de duurdere en dubbele ver
pakking en het meerdere werk.
Het schrijven onzer Kamer van 28 April 1.1. bedoelt ook
niet te zijn een pleidooi om de eventuëele verhooging
alleen te leggen op de pakketten van 3 tot 5 kilo, doch een
verzoek aan Uwe Excellentie om in het algemeen belang
en vooral voor den middenstand eene verdere verhooging
der toch reeds zoo zwaar drukkende postpakkettarieven
achterwege te laten.
De Kamer voornoemd.