54
Bijlage Q.
12 October 1920.
Nr. 1059.
Aan den Heer
Overschrijvingsrecht Directeur-Generaal der Poster, en Telegr.
bij verrekenpakketten. te 's-Gravenhage.
HoogEdelGestrenge Heer,
Naar aanleiding van de gevoerde correspondentie
tusschen U.H.Ed.Gestr. en de firma Gebr. v. d. Bigge-
laar alhier, van welke correspondentie onze Kamer
inzage ontving, meent onze Kamer zich tot U.H.Ed.
Gestr. te moeten wenden, ten einde het verzoek van
de fa. Gebrs. v. d. Biggelaar te ondersteunen.
Onze Kamer kan zich met de argumenten van adres
sante volkomen vereenigen, die aantoonen dat voor
het overschrijven op de postchèque-rekening van het
geïncasseerde geld van de verrekenpaketten niet het
postwisselrecht doch het overschrijvingsrecht van 5 cent
dient betaald te worden.
Voor het deelen van deze opvatting wordt onze Kamer
nog gesterkt door de overweging, dat, indien de over
schrijving op de postchèquerekening niet geschiedde
door de postadministratie, doch door den geadresseerden
van het postpakket, wel volstaan zou worden met het
overschrijvingsrecht van 5 cent.
Onze Kamer ziet geen enkele reden in, waarom in
beide gevallen een verschillend recht geheven moet
worden.
Onze Kamer heeft derhalve de eer U.H.Ed.Gestr. te
verzoeken het tarief voor het overmaken der gelden bij
verrekenpakketten te willen doen toepassen in den geest
als bedoeld door de fa. Gebrs. v. d. Biggelaar.
Tevens deelt onze Kamer mede dat zij copie van
de betreffende deze aangelegenheid gevoerde correspon
dentie, benevens afschrift van dit schrijven, toezendt aan
den heer Directeur van den Postchèque- en Girodienst.
De Kamer van Kooph. en Fabr. te Breda.