61 Deze instellingen zijn A. De Bank van Leening. B. Een spaarbank van wege het departement Bredader Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. C. Een ziekensociëteit van het departement voornoemd. D. Een hulpbank van voornoemd departement. E. Een commissie uit voormeld departement tot het doen van voorschotten aan gepensionneerden. F. Een commissie uit idem tot het verstrekken van warme spijzen aan behoeftige schoolkinderen. G. Een bij Koninklijk Besluit erkende spaarkas van de Ver- eeniging «Zuinigheid met Vlijt», (afdeeling van den R. K. Volksbond.) H. Een voorschotbank van voornoemde Vereeniging. I. Een Boerenleenbank afdeeling van de Centrale Boeren leenbank te Eindhoven. J. Een spaarbank van den St. Josephkring, opgericht 19 Maart 1897. De toestand van de onder A genoemde inrichting in 1920 is omschreven in het hierachter opgenomen van de commissie van beheer ontvangen verslag. (Bijlage XXXII.) HOOFDSTUK XI. LANDBOUW EN VEETEELT. Eigenlijke landbouw of veeteelt bestaat in deze gemeente niet. Men legt zich in hoofdzaak toe op tuinbouw. In de gemeente bestaan op dit gebied de volgende instellingen 1. De afdeeling «Breda» van de Noordbrabantsche Maat schappij van Landbouw 2. de afdeeling Breda van den Nederl. Chr. Boerenbond 3. de Hoveniersvereeniging Pomona ^4. de R. K. Baroniesche Tuinbouwvereeniging, waaronder ressorteeren een centrale proeftuin voor Noordbrabant en een veiling van tuinbouwproducten. Aan het verslag omtrent den toestand dier laatsgenoemde instel ling in 1920 ontleenen wij het volgende Instellingen tot voorkoming van armoede.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 63