63
HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART.
HOOFDSTUK XII.
I. Handel.
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Van deze kamer is ontvangen het jaarverslag over 1920 hierna
onder de bijlagen opgenomen (Bijlage XXXIII), waarin o.a. mede-
deelingen zijn vervat omtrent den binnen- en buitenlandschen
handel.
Ofschoon een dagelijksche algemeene markt bestaat, zijn,
evenals vroeger, de Dinsdagen en Vrijdagen de marktdagen, ge
bleven. Deze kenmerkten zich ook in 1920 door heel wat vertier.
De botermarkt is op die dagen geopend van 9 uur voor- tot
2 uur namiddag.
In de waag werden gewogen 849 schalen boter met een ge
zamenlijk gewicht van 1154,1 K.G. Vorig jaar werden gewogen
406,4 K.G.
De ter vischmarkt aangevoerde zee- en riviervisch bracht in
1920 op f 24.725,15 tegen f 21.139,25 in 1919.
Het aantal koopen beliep 53021 tegen 41626 in 1919.
Het keurloon bracht op f 171,
De biggenmarkt, welke zich jaren geleden gevestigd heeft op
het Kasteelplein, geheel buiten de bemoeiing van het gemeente
bestuur, wordt gehouden op Dinsdag. De aanvoer bedroeg in
1920 6000 stuks.
II. Nijverheid.
Fabrieks- en ambachtsnijverheid.
Kamers van Arbeid.
De Kamers van Arbeid zijn ook in 1920 alhier beperkt ge
bleven tot één, namelijk die voor de
Bouwbedrijven,
opgericht in 1900.