Aan den Raad der Gemeente Breda. Het is mij eene aangename taak U verslag uit te brengen omtrent onze boekerij en omtrent ons archief onder mijn beheer. De boekerij is in goeden staat en door sommigen werd er dit jaar een vruchtbaar gebruik van gemaakt. Wat het archief aangaat, heb ik ook weer steeds voortgewerkt omtrent het eens ontworpen plan, en zijn de doop-, trouw- en be grafenisboeken bijna alle aiphabetisch lexicographisch bewerkt. Op mijn kantoor waren het geheele jaar door tijdens mijne kantoor uren twee personen werkzaam tot het doen van verschillende na sporingen. Ook dit jaar weder hebben zich velen tot mij gewend om inlich tingen, die ik meestal naar wensch kon verschaffen de meeste vragen behoorden tot het gebied der genealogie. Van andere archieven en van de Universiteits-bibliotheken ontving ik verschillende stukken, welke onder mijn toezicht, door belanghebbenden konden worden geraadpleegd. Ook door mij werden voor een zelfde doel stukken naar elders verzonden. Gedurende eenige jaren heb ik geen last meer gehad van vragen, waarmede ik vroeger telkens en telkens weer werd lastig gevallen, en ik dacht al, dat die plaag voor goed had opgehoudendoch tot mijn schrik begint het weer opnieuw. De vragen betreffende eerr testament, dat hier zou te vinden zijn en door Theobald Metzger, ook wel Weibnom of Boucher genaamd, een vroegeren gouverneur dezer stad zou zijn nagelaten. Genoemde Metzger was inderdaad van 19 October 1678 tot 1691 gouverneur alhier, en overleed in laatstgenoemd jaar, in de maand Februari. Doch van een testament is hier niets te vinden en daarvan hebben onze vaderen blijkbaar ook niets geweten. Immers wij lezen in de Acten-magistraal van Maandag 29 Januari 1770. Ontfangen en geleesen eene missive van Burgemeester en Raed tot Villingen in Zwabenland geschreeven aldaer den 7 deeser maend »Januarij concerneerende de nalatenschap van den Heere Weibnom, luidende breeder als ten Register van Missiven Waer over weesende gedelibereert is goed gevonden, dat aen deselve zal werden gerescribeert dat, hier wel geweest en ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 70