11 Bovendien heeft de gemeente nog als privaatbezit de gebouwen, genaamd de Kloosterkazerneaan het Kloosterplein en de Pel molen aan de Jan van Polanenkade. Beide gebouwen zijn bij over eenkomst van 11 December 1860 aan den Staat der Nederlanden kosteloos in gebruik en onderhoud afgestaan. De voornaamste verbeteringen, behalve de gewone onderhouds werken, aan de in voormelde staten genoemde gebouwen aangebracht, zijn de volgende Gemeentehuis. Het lokaal, bestemd voor boekerij, werd gesplitst in twee ge deelten, waarvan het eene werd ingericht tot tijdelijke leeskamer. Hiervoor werden de noodige kasten getimmerd, de kamer geheel betengeld en behangen en het houtwerk geverfdde deur van opschriften voorzien. Op den vloer werd een linoleumkleed gelegd. Het lokaal van den controleur der belastingen werd uitgebreid met een privé-kantoortje, waarvoor een gedeelte gang werd ingericht en in verbinding gebracht met het algemeen kantoor door een schuifdeur en loket. Op den vloer werd een linoleumkleed gelegd, terwijl eenige nieuwe schrijftafels en stoelen werden aangeschaft. De goot aan den voorgevel en het plat van het torentje werden van nieuw zink voorzien. Met inbegrip van het bovenstaande werd aan gewoon onderhoud en schoonhouden van het gebouw uitgegeven f 2799,62 V2 Aan onderhoud en aanschaffen van meubelen werd besteed f 920,82, terwijl aan licht en brandstoffen is uitgegeven f 4400,58. Politiebureau. Met de uitbreiding van het politiebureau werd reeds einde 1919 een begin gemaakt. Twee lokalen, in gebruik bij het Museum, werden door eenige verbouwing ingericht tot kantoren. Deze kamers werden opnieuw behangen en geverfd. Voorts werden voor deze uitbreiding geleverd 1 doozenkast met rolluik, 2 enkele kasten en 1 dubbele kast, 1 hangklok, 3 eiken schrijftafels, 1 kastje voor politieblad, 2 dubbele tafels met wasdoek bekleed, 7 fauteuils en 6 stoelen, 3 stel gordijnen, 1 handwaschbak, terwijl de huistelefoon werd uitgebreid met 3 toe stellen. De kamer van den commissaris werd opnieuw behangen en het plafond geschilderd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 91