Door het in gebruik nemen van dezen wagen, kwamen paarden voor andere diensten vrij en behoefden ook geen paarden gehuurd te worden. Alle wagens werden grondig nagezien, hersteld en geverfd. Een en ander geschiedde hoofdzakelijk door eigen personeel. Op 31 December 1921 waren in gebruik bij de Gemeentereiniging 1 automobielfaecaliënwagen, 11 faecaliënwagens, 2 buizenwagens met buizen, 1 automobielsproeiwagen, 4 sproeiwagens, 2 stoomluchtpompen, 2 tonnenwagens, 3 plattewagens, 7 vuilniswagens, 6 vuilniskarren (stuipkarren), 4 slikkarren, 1 veegmachine (met reserve rolbezem), 10 sectiewagentjes (veegdienst), 1 handwagen, 1 waterwagentje voor de urinoirs, 2 haspelwagentjes voor het besproeien en schoonspuiten der straten, 4 kruiwagens, 2 rijwielen. Straatreiniging. Aan het schoonhouden van straten en pleinen werd de noodige zorg besteed, alle straten worden twee of driemalen per dag geveegd, zoodat over het algemeen genomen de stad er in den regel nogal zindelijk en netjes uitzag. Als bezuinigingsmaatregel is de veegdienst op Zaterdagavond en op Zondagmorgen afgeschaft. Indien het publiek medewerkte zouden de straten op den Zondag er even zindelijk uitzien als op de andere dagen, dit is echter niet het geval, men wil nog niet met de gewoonte breken om het uitgeveegde vuil uit de winkels en de koffiehuizen op de straat te werpen. De veegmachine wordt geregeld in gebruik genomen voor het vegen van de buitenwijken en enkele breede straten, waar zij ongehinderd haar werk kan verrichten. Ook van de haspelwagentjes werd veelvuldig gebruik gemaakt voor het afspuiten der straten, in de eerste plaats komen die straten aan de beurt, waarlangs het vervoer van pulp plaats heeft, alsmede die waarlangs het verkeer der vrachtautomobielen geleid wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 140