24 woningen, komt men dus op een aantal benoodigde woningen van X 6305 =6500 19 (het aantal woningen, dat op het tijdstip der telling leeg stond) 6481 Aldus berekend is dan het tekort aan woningen 6481 —5597 884. Dit cijfer is gunstiger dan het berekende in 1918, hetwelk wees op een tekort van 1124 woningen Vermoedelijk is deze verbetering toe te schrijven aan den terugkeer naar hun vaderland van vele Belgische vluchtelingen. Worden de woningen tot en met de llde klasse (met inbegrip van 5 onbewoonbaar verklaarde woningen met 2 gezinnen) ge rekend tot de arbeiderswoningen en overige tot die voor midden standers, dan zou overeenkomstig de cijfers voor samenwoning van tabel V het tekort der woningen voor die beide categorieën zich verhouden als 292 176. Op deze wijze berekend zou er dus zijn een tekort van 7Q7 459 X 884 562 arbeiderswoningen en van 884 562 322 middenstandswoningen. Op het oogenblik zijn in aanbouw voor de woningbouwvereeniging ,,St. Jozef" 206 N.V. Volkshuisvesting 184 86 (te amoveeren). 98 totaal arbeiderswoningen 304 gerekend op boven en be neden woningen. Er zijn plannen in voorbereiding, die kunnen leiden tot den bouw van arbeiderswoningen aan de Sluisstraat 150 V.Vlietstr. 42 ±192 eventueel op grondgebied Princenhage 90 Teteringen 18 ±108 Middenstandswoningen aan de Ceres- straat 110 f Middenstandswoningen aan den Haag- weg >t 24 ±134

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 174