VERSLAG omtrent het Toezicht op Voedings
middelen en Gebruiksartikelen in de Ge
meente Breda over 1921.
A. VERWElj.
De invoering van de Warenwet 1919 heeft de geleidelijke ophef
fing van den Centralen Keuringsdienst te Rotterdam ten gevolge
gehad. Het vooruitzicht van deze opheffing reeds, was aanleiding
om het heengaan van bacterioloog en laboranten in den loop van
1921 te bevorderen. De zaken zijn echter zooveel als practisch
mogelijk gaande gehouden en in aansluiting aan mijne U in April,
Juli, October 1921 en Januari 1922 uitgebrachte kwartaal-verslagen
heb ik de eer Uw college alsnog volgend overzicht over de in 1921
voor Breda verrichte werkzaamheden aan te bieden.
Onderzocht werden 612 monsters volle melk, 11 monsters karne
melk, 15 monsters meelsoorten, 24 monsters wittebrood, 24 monsters
bruinbrood, 15 monsters cacaopoeder, 30 monsters puddingpoeder,
19 monsters kaneel, 21 monsters peper, 30 monsters margarine, 15
monsters spijsvetten, 15 monsters saffraan, 6 monsters raapolie, 30
monsturs cichorei en peekoffie, 4 monsters notemuskaat, 1 monster
kruidnagel, 6 monsters azijn, 6 monsters bessensap, 10 monsters
roomijs, 1 monster anijstabletten, 22 monsters behangselpapier en 30
monsters metaalwaren (lepels en vorken)samen 947 monsters.
Van de onderzochte monsters volle melk (de uitkomsten soorte
lijk gewicht, vet en vetvrije droogrest zijn in bijgevoegde lijsten te
vinden) moesten 62 monsters als ondeugdelijk van samenstelling
worden afgekeurd. Het gemiddeld vetgehalte van de te koop ge
stelde volle melk bedroeg in 1921 3.26 procent.
Voorts werden in verband met de uitkomsten van laboratorium
onderzoek nog afgekeurd 3 monsters karnemelk (te lage vetvrije
droogrest), 1 monster azijn (te laag azijnzuurgehalte), 1 monster
roomijs (verontreinigd), 1 monster behangselpapier (arsenicum) en 51
lepels (loodhoudend).
De keuimeester-monsternemer bezocht 416 maal winkels en ver
kooplokalen en verrichtte ruim 3000 keuringen. De loodhoudende
lepels werden uit het verkeer genomen.
Op 5 April, 23 Juni en 17 November 1921 werd door ondergetee-
kende ten gemeentehuize zitting gehouden. Besprekingen hadden
betrekking op melkzaken en artikelen van verschillenden aard.
Uitgereikt werden 54 waarschuwingen3 maal werd proces-ver-
baal opgemaakt wegens het te koop stellen van vervalschte melk.
's GRAVENHAGE, 8 Maart 1922.