14
nog beter tot haar recht kan komende noodzakelijke combinatie
van klassen is dan vooral een bezwaar.
De leerlingen, wier beroep zulks noodig maakt, ontvangen bovendien
nog boetseerlessen als het ware plastisch handteekenen be
doeld worden hier beeldhouwers, meubelmakers, stucadoors, steen
houwers, e.d.
Voor de schilders der voortgezette klassen is nog gelegenheid open
gesteld om aan de penseeloefeningen deel te nemen als letter
schrift met bijpassende decoratieve versiering, hout- en marmerimitatie
dit laatste is nog altijd een gewenschte kennis voor den schilder.
De leerlingen, wier beroep geen bepaald vak-teekenen behoeft, ont
vangen in algemeenen zin teekenen, hoofdzakelijk handteekenen met
eenig lijnteekenen.
Het aantal uren voor al deze vakken wordt geregeld naar het beroep
en de soort van leerlingen.
De schooltijden zijn 5 dagen per week Zaterdags niet des
avonds van 6 </2 tot 9 1/2 uurde leerlingen ontvangen per week
van 12 tot 15 uren les, geregeld in verband met leerjaar en klasse.
De duur der lestijden is voor dezen loopenden cursus aldus gesteld
In verband met de desbetreffende bepalingen in de Nijv. Ond. Wet
en daaraan verbonden algem. maatregelen van bestuur; de vorige
cursussen waren de lestijden niet zoo lang.
De cursusduur is zes maanden, aanv. 1 Oct., einde 31 Maarteven
eens overeenkomstig de desbetreffende bepalingen.
Aangezien bijna alle Leeraren een dagtaak bij het onderwijs hebben,
aan Ambachtsschool, H. B. S. of Lagere Scholen en deze overeenkomstig
de bepalingen hoogstens 8 avondlesuren mogen waarnemen, is vooral
bij de teekenlessen niet te voorkomen, dat dezelfde klassen van 2
Leeraren die lessen ontvangen. Deze nieuwe regeling eischt meer
leeraren het totaal aantal lesuren moet nu over meer leeraren worden
verdeeldfinancieel geeft dit echter geen verschil, het is alleen bij
de indeeling eenigszins moeilijker. Voor de betrokken Leeraren is het
beter, aangezien voorkomen wordt een zekere overbelasting van lesuren.
De vanwege het Departement van Onderwijs in 1920 uitgegeven
leidraad voor de salarisregelingen, welke leidraad bij Raadsbesluit
van 13 Juni 1921 werd aangenomen met terugwerkende kracht tot
1 Jan. 1920, gaf ook voor het personeel van de Avondschool eene
financieele verbetering. Het salaris der Leeraren wordt overeenkomstig
die regeling berekend per lesuur. Bovendien wordt overeenkomstig
de bepalingen der Nijv. Ond. Wet nu ook vanaf 1 Jan. 1921, Kinder
toelage verstrekt en vanaf dien datum geen pensioenpremie meer
afgetrokken van het salaris. Voorgaande mededeelingen kunnen tevens
dienen als eene toelichting op de begrooting 1922, welke hier achterin
is opgenomen.