3°. Het Burgerlijk Armbestuur zou bij onderling goedvinden
bij voorbeeld zijne ondersteuning kunnen doen uitreiken aan hen,
die ook ondersteund worden door Parochiale armbesturen, Vin-
centius-vereenigingen en Anton Meijerstichting.
4°. Voor wat de Diaconieën betreft, hieraan zou kunnen worden
afgedragen hetgeen het Burgerlijk Armbestuur aan tot die instel
lingen behoorende behoeftigen als ondersteuning uitreikt.
5°. De R.K. kerkelijke armbesturen en Vincentius-vereenigingen
in eenzelfde Parochie zouden de ondersteuning ook in eene hand
kunnen brengen, zooals dit reeds bij een dezer vereenigingen ge
schiedt, namelijk het Parochiaal Armbestuur van den H. Joseph
en de Vincentius-vereeniging dier Parochie.
In de vergadering van 24 Mei 1921 werd de begrooting voor het
jaar 1922 behandeld en daarna goedgekeurd en besloten haar tot
vaststelling den gemeenteraad aan te bieden.
In de vergadering, gehouden op 19 Juli 1921, geeft de voorzitter
lezing van het Koninklijk Besluit van 2 April 1921 No. 48 waarbij
voor den armenraad dezer gemeente eene nieuwe vierjarige periode
is ingesteld.
Daarna brengt de voorzitter aan de orde het concept verslag over
het jaar 1920. Hij verzoekt den secretaris daarvan voorlezing te
geven. Hieraan voldaan zijnde, en niemand der aanwezige leden
op- of aanmerkingen in het midden brengende, wordt het onge
wijzigd goedgekeurd en vastgesteld en besloten de noodige exem
plaren te doen drukken.
Op 23 Augustus 1921 had de vergadering, bedoeld in artikel
50 punt 1 der Armenwet, plaats.
In het verslagjaar werden 399 onderzoekingen op verzoek van
particulieren en weldadigheidsinstellingen verricht, allen betreffende
de inkomsten en den toestand van gezinnen en eenloopende per
sonen als
Burgerlijk Armbestuur276
Vereeniging Bredasche Armenzorg 30
Parochiaal Armbestuur H. Barbara12
Idem O. L. Vrouw Hemelvaart1
Idem H. Joseph1
Idem H. Gerardus Majella1
Vereeniging H. Vincentius a Paulo in de Parochie H. Barbara 6
Vereeniging H. Vincentius a Paulo in de Parochiën H.
Antonius en Joseph6
Vereeniging H. Vincentius a Paulo in de Parochie H.
Gerardus Majella12