Inkomsten onzer Administratie. Voor deze bestedingskosten werd in het afgeloopen jaar aan kostgeld betaald f 10245,82. Van deze bestedingskosten werd als bijdragen van ouderdoms rente genietende bestede personen en andere terug ontvangen f 3253.hierna onder b van de Bijdragen in de kosten en terugbetaling van onderstand nader omschreven. I. KAPITALEN EN BEZITTINGEN. a. Kapitalen. Op 31 December 1921 bedroeg het kapitaal ingeschreven in de Grootboeken der Nederlandsche werkelijke schuld f 97300, waarvan f 59300,rentende 2 '/2 °/o en f 38000,rentende 3%. Onder het kapitaal, rentende 3 °/0 is begrepen 1°. Eene som van f 2100,in November 1891 aangekocht en voortgesproten uit de aflossing van twee Russische obligatiën, elk groot f 1000,ons gelegateerd door wijlen Mr. Jacob Hoeufft, blijkens testament verleden voor den notaris J. van Naerssen op 19 April 1830. Volgens uiterste wilsbeschikking van bovengenoemden erflater wordt de rente van dit kapitaal uitgekeerd aan twee schaamachtige armen, en wel aan een den protestantschen en aan een den roomsch-katholieken godsdienst belijdende. In het genot dezer uitkeeringen zijn thans wed. A. Broere en wed. J. C. van Berkel. Ook wordt aan deze weduwe uitgekeerd de rente van f 27,05, belegd in de Rijkspostspaarbank. Laatstgenoemd bedrag is ontstaan door het verschil tusschen de aflossing der Russische obligatiën bovengenoemd en den aankoop der Nederlandsche werkelijke schuld. 2°. eene som van f 3000,in contanten gelegateerd door wijlen mevrouw Henriëtte Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe van den hoogedelgestrengen heer Charles David van Naerssen, welke gelden ingevolge hare uiterste wilsbeschikking, bij akte verleden voor den notaris Mr. J. A. Vorstman te Ginneken, zijn ingeschreven in het Grootboek der Nederlandsche werkelijke schuld. De rente van dit kapitaal moet, mede ingevolge bovengenoemde wilsbeschikking, uitsluitend worden aangewend tot uitdeeling van brood en brandstoffen aan de armen. De bij den aankoop dezer inschrijving in het grootboek over gebleven som van f 65.25 is in de Rijkspostspaarbank belegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 376