De verpleging in de ziekeninrichtingen bleef f 1761,42 beneden die over het vorige jaar, terwijl de bijdrage in die verpleging van of voor betrokkenen f 3566,15 bedroeg. Het aantal verlossingen voor rekening der gemeente bedroeg 84, zijnde 88 minder dan in het voorgaande jaar, hetwelk een verschil oplevert van f 440,- Behoudens het bovenstaande wijkt over 't algemeen genomen de toestand van het armwezen niet veel af van dien van het jaar te voren. Dit wat betreft de in het eerste gedeelte van dit verslag vermelde armenzorg als maatregel van politie Wat de gewone armenzorgbehandeld in het tweede ge deelte van dit verslag, betreft, kunnen wij melden, dat de gewone ondersteuning geen noemenswaardig verschil oplevert, doch het onderdak brengen van ouden van dagen (bestedelingen) hierop eene uitzondering maakt. Deze kosten waren in 1921 f 2245,91 hooger dan in het jaar te voren. Van onze administratie toegekende subsidie der ge meente bedragende f 11000,is slechts f 9500,noodig ge weest en ontvangen. Ter aanvulling van dit verslag en om daardoor te doen zien welke uitgaven van de gemeente en van het burgerlijk armbestuur te zamen voor de verzorging der armen zijn noodig geweest, laten wij hieronder volgen de ontvangsten en uitgaven, betrekking hebbende op de gemeentelijke of armenzorg als maatregel van politievermeld in het eerste gedeelte van dit verslag, welke zooals hiervoor onder Beloop der ontvangsten en uitgaven onzer administratieis omschreven niet over de kas van het burgerlijk armbestuur hebben geloopen. Ontvangsten. Rijks- en Provinciale bijdragen in de verplegingskosten van arme krankzinnigenf 9393,145 Bijdragen van particulieren als- 2463,65 Idem van verplegingskosten en ziekeninrichtingen - 3566,15 15422,945 Uitgaven. Kosten van verpleging van arme krankzinnigen f 28802,65 Jaarwedde van genees-, heel- en verloskun digen met de armenpraktijken belast, als twee geneeskundigen, elk f 1500,00 3000, twee vroedvrouwen- 1640,- 4640,— 16

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 383