5 Alzoo in 1921 f 0,15 meer dan in 1920. Deze uitgaaf wordt geregeld naar het meerdere of mindere gewaar borgde en het gehalte van de verkochte panden. Overschotten op verkochte panden. De overschotten op verkochte panden, bestaande uit de meerdere opbrengst dan de beleende som met de daarop verschenen interesten, blijven, volgens artikel 24 van het Reglement der Bank, gedurende acht maanden na de verkooping ter beschikking van de houders van pandbewijzen. Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van de Bank. Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden in Febr. 1921 156,30 van panden, verkocht in Juni 1920. Mei Aug. Nov. - 189,96 - 117,45 - 101,855 565,565 Sept. Dec. Maart 1921. Het overschot op de verkochte panden bedroeg in Maart 1921 153,775 Juni September December - 188,255 - 140,095 -168,65 650,775 Het overschot bedroeg in 1916 469,735 1917 - 550,84 1918 - 710,43 1919 - 902,365 1920 - 932,79 Het verschil der jaren 1921 en 1920 spruit voort uit de meerdere of mindere opbrengst van verkochte panden. Aan houders van pandbewijzen werd in 1921 uitbetaald in Januari 32,15 Februari - 24,24 Maart - 47,44 April - 33,70 Mei Juni - 38,135 Juli - 12,48 Augustus - 9,58 September - 8,92 October - 5,52 November - 15,35 December - 39,60 ƒ267,115

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 390