3
volgens drie gemeentelijke klassen met onderscheiding van ge
huwden en ongehuwden, al naar gelang deze laatste niet of wel
bij hunne ouders inwoonden.
De maximum uitkeeringen per werkdag bedroegen in eene
gemeente behoorende tot
Voor ongehuwden.
Klasse.
Voor gehuwden en
kostwinners.
die niet bij hun
die bij hun ouders
1
ouders inwonen.
inwonen.
I
3,—
2,40
1,80
II
2,70
2,16
1,62
III
2,40
1,92
1,44
De gemeente Breda viel in klasse II.
Met inachtneming van de vorengenoemde maxima mochten
de gewone reglementaire uitkeeringsbedragen worden gegeven,
waarbij tevens moest worden gelet, dat voor ongehuwden de
uitkeeringen in geen geval hooger mochten zijn dan 80 of
60 °/o van het reglementaire uitkeeringsbedrag, al naar gelang
zij niet of wel bij hunne ouders inwoonden, ook al waren de
aldus berekende bedragen lager dan de bovenvermelde maxima.
Door dezen maatregel moesten door een groot gedeelte der
werklooze leden van kassen, die tot deze regeling waren toege
laten, groote financieelen offers worden gebracht, hetgeen o. a.
hieruit moge blijken, dat door ongehuwden bij ouders inwonende
leden van metaalbewerkersbonden een premie was betaald, die
hun recht gaf op een reglementaire uitkeering van f 24,per
week, die echter volgens de nieuwe regeling niet hooger mocht
zijn dan f 9,72, voor kostgangers niet hooger dan f 12,96 en
voor gehuwden niet hooger dan f 16,20.
Begrijpelijker wijze werd door sommige bij ouders inwonenden
getracht als kostganger(winner) een uitkeering te krijgen, waar
tegen, indien dit na onderzoek het geval bleek, steeds bezwaar
werd gemaakt.
D. Controle der werkloosheidsverzekering.
Naar aanleiding van Uw besluit van 3 Maart 1921 tot aan
stelling van een controleur kon de controle op de uitvoering der
Werkloosheidsverzekering in den loop van het jaar langzamerhand
verscherpt worden. De controle van den gemeentelijken dienst
heeft echter niet alleen ten doel, om na te gaan, of in de
administratie geen fouten worden gemaakt, doch deze controle