VERSLAG van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda, betreffende den toestand van handel en nijverheid over het tijdvak 1 Januari 192131 Maart 1922. Samenstelling en Handelingen der Kamer. De Samenstelling der Kamer was op 31 December 1921 als volgt R. G. L. J. Smagghe, Voorzitter J. M. Rosman, ondervoorzitter P. v. d. Biggelaar Jos. Verhagen A. J. M. van Iersel Ch. M. J. J. Smits A. J. J. M. Wiercx A. F. J. Beukers J. C. Cramerus H. J. H. Hornix, Secretaris In de vergadering van 3 Januari 1921 werden respectievelijk tot voorzitter en onder-voorzitter der Kamer herkozen de heeren R. G. L. J. Smagghe en J. M. Rosman. De voornaamste handelingen der Kamer waren Op 21 Maart 1921 werd op initiatief der Bredasche Kamer eene gecombineerde vergadering gehouden van eenige Kamers van Koop handel en Fabrieken in het zuiden des lands, teneinde door een gemeenschappelijk adres aan de Directie der Nederlandsche Spoor wegen hoognoodige verbeteringen in de dienstregeling der spoorwegen te verkrijgen. (Dit adres is opgenomen als bijlage A). Op 30 September 1921 werd op initiatief der Kamer te Breda eene gemeenschappelijke vergadering gehouden van eenige Kamers van Kooph. en Fabr. uit Noord-Brabant ter bespreking van noodig geachte wijzigingen in de Arbeidswet 1919. Als uitvloeisel dezer vergadering werden 2 adressen gericht aan den Minister van Arbeid. (Opgenomen als bijlagen B en C).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 418