2 Op 16 December 1921 werd nogmaals te Breda eene gecombineerde vergadering van Kamers van Kooph. en Fabr. in Noord-Brabant gehouden met het oog op de wijziging en aanvulling van de Stoomwet en de wijziging der Zegelwet 1917. Het door die gemeenschappelijke vergadering aan Z. E. den Minister van Arbeid verzonden adres inzake de Stoomwet is opgenomen als bijlage Den het adres aan de Eerste Kamer betreffende de wijziging der Zegelwet als bijlage E). Aan Burgemeester en Wethouders van Breda werd advies uit gebracht ter zake van het marktwezen (Zie bijlage F). Aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen werd dd. 13 Mei 1921 een adres verzonden, waarin aangedrongen wordt op verbetering van de wijze van inklaring van buitenlandsche goederen (bijlage G). De Kamers van K. en F. te Amersfoort, Harlingen, Eindhoven, Venlo en Raamsdonk betuigden aan dit adres adhaesie. De Kamer ijverde voor verbetering in den localen telefoondienst. Aan Zijne Exc. den Minister van Waterstaat werd een adres gericht betreffende de openstelling van het Postkantoor des Zondags. (Bijlage H). Het antwoord van Zijne Exc. is opgenomen als bijlage I. De Kamer was met het Hoofdbestuur der Posterijen en met den Inspecteur van het vervoer der spoorwegen in correspondentie ten einde aan het station alhier eene publieke telefooncel te verkrijgen. (Zie bijlage K). Bij het uiteengaan der Kamer was deze poging echter nog niet met succes bekroond. Naar aanleiding van plannen, die schenen te bestaan tot opheffing van het bijkantoor aan de Parkstraat, richtte de Kamer een adres aan den Dir.-Generaal der Post. en Tel. (Bijlage L). Aangedrongen werd op verbetering van de telefonische verbindingen met België (Bijlage M). Antwoord van den Dir.-Generaal (Bijlage N). Eveneens werd verbetering in de aansluitingen met Ginneken ver zocht. (Bijlagen O en P). Dank zij de reeds eenige jaren durende bemoeiingen der Kamer is eindelijk in het najaar van 1921 op het stationsterrein een inklarings bureau voor buitenlandsche goederen tot stand gekomen. De Kamer betuigde adhaesie aan de volgende adressen 1° van de Kamer v. K. en F. te Venlo aan de Directie der Neder landsche Spoorwegen, waarin aangedrongen wordt op een directe sneltreinverbinding tusschen Venlo en Rotterdam des voormiddags en omgekeerd des namiddags. 2° van de Kamers v. K. en F. te Hengelo en Borne aan den Min. v. Buitenlandsche Zaken, verzoekende vereenvoudiging in de formali teiten voor het verkrijgen van een nieuw paspoort.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 419