UITTREKSEL van het Jaarverslag der Ambachtsschool,
uitgebracht door de Commissie voor de Ambachts
school over het jaar 1921.
14
Aanvragen werkgevers om vrouwen boven 18 jaar 83; hiervan
voldaan 4.
Zooals uit het bovenstaande staatje blijkt, is in dit jaar de werk
loosheid hooger dan vorige jaren. De reden hiervan is de malaise
in de verschillende industrieën, voornamelijk de tabaksindustrie. Ook
in de bouwvakken bleef werkloosheid door gebrek aan metselaars.
Boven aangegeven cijfers betreffen alleen de werkloozen der ge
meenten Breda, Teteringen, Ginneken en Princenhage.
De gegevens van het district kunnen nog niet gegeven worden.
Leerlingen.
In 1921 werden 95 leerl. ingeschreven, die toelating wenschten tot
de School. Aan het toelatingsexamen werd door 83 leerl. deelgenomen,
waarvan 3 leerl. zich terugtrokken en 68 slaagden. Zonder examen
werden 7 leerl. toegelaten, terwijl er nog 2 van eene andere Ambachts
school kwamen.
Er werden dus 77 leerlingen toegelaten, te weten, 44 metaalbewerkers,
(w. o. de adsp. electriciens), 24 timmerlieden, 3 meubelmakers en 6
schilders.
Op het einde van December 1921 waren 197 leerlingen, ingedeeld als
volgt
10 electriciens; 17 smeden-bankwerkers9 timmerlieden8 meubel
makers 2 schildersallen in het 3e leerjaar.
12 electriciens28 smeden-bankwerkers12 timmerlieden8 meubel
makers 3 schildersallen in het 2e leerjaar.
49 smeden-bankwerkers (w. o. adsp. electr.)29 timmerlieden3
meubelmakers; 7 schilders; allen in het le leerjaar. Totaal 197
leerlingen.
Van de 197 leerlingen woonden er 102 in Breda en kwamen 95
leerlingen uit 18 aan- en omliggende gemeenten, n. 1. Ginneken (20),
Princenhage (12), Teteringen (22), Roosendaal (8), Rucphen (2), Zundert
(1), Hoeven (2), Oudenbosch (3), Standdaarbuiten (1), Zevenbergen (4),
Rijen (7), Etten (5), Leur (1), Wagenberg (1), Made (1), Oud-Gastel (3),
Chaam (1), Fijnaart (1).
De maatschappelijke positie der ouders van de leerlingen was als
volgt Ambachtslieden 81 winkeliers of kooplieden 33bouwkundigen
8, ambtenaren, onderwijzers of militairen 27, zonder beroep of moeder
weduwe 36 (w.o. de leerlingen in gestichten opgenomen)landbouwers
of arbeiders 12.
