40 III. De bemoeiingen van het Districtshoofd strekken zich voortaan niet meer uit tot de regeling der betaling van overwerkuren. Deze regeling blijve uitsluitend afhankelijk van de te maken overeenkomst tusschen werkgever en werknemer. IV. Er moet alleen reeds uit rechtvaardigheidsoogpunt meer uniformiteit gebracht worden in de toepassing van de Arbeidswet en in de interpretatie daarvan door ver schillende Districtshoofden, zoodat men niet meer af hankelijk is van het persoonlijk inzicht van een Inspecteur en er geene bevoorrechte positie's geschapen worden door een verschillend interpreteeren van een besluit. De genomen beslissingen der Districtshoofden dienen onderworpen te worden aan de goedkeuring des Ministers. V. De Arbeidswet moet, afgezien van de verruiming van den arbeidstijd, zonder meer toestaan dat een deel van het personeel (vast te stellen eventueel in overleg met de Arbeidsinspectie) buiten den vastgestelden wette- lijken werktijd werk mag verrichten ten behoeve van het schoonmaken der werklokalen, machines en gereedschap pen, en het repareeren of bedrijfklaarmaken daarvan. Namens de Kamers van Kooph. en Fabr. voornoemd, De Kamer van Kooph. en Fabr. te Breda, De Voorzitter, R. G. J. L. SMAGGHE. De waarn. Secretaris, A. J. J. M. WIERCX, TOELICHTING Gedeeltelijk wordt hieraan in het ontwerp der wijziging reeds tegemoetgekomen, doch de duidelijkheid en doelmatigheid der wijziging eischen dat aan dit artikel toegevoegd wordt Schoonmaken der werklokalen De werktijd moet ten minste productieve werktijd zijn. Het is in vele bedrijven ondoenlijk onder het schoonmaken door te produ- ceeren en onmogelijk de schoonmaak door afzonderlijke personen te doen geschieden, die buiten het bedrijf staan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 457