is, dat wederom de Industrie kosten betalen moet op welker grootte zij niet den minsten invloed uitoefenen kan en gelden moet opbrengen, op het zuinig en doel matig gebruik waarvan zij niet in staat is eenig toezicht uit te oefenen. Om bovenstaande aangevoerde redenen verzoeken de Kamers van Koophandel en Fabrieken als boven aan gehaald, Uwe Excellentie, de wetswijziging, voor zoo verre zij betreft de betaling van het toezicht door de Industrie, in te trekken. 't Welk doende enz. Namens de Gecombineerde Vergadering voornoemd, de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda. 43

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 460