46 Bijlage G. No. 1135. 13 Mei 1921. - Wijze van inklaring van buitenlandsche goederen. Aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda heeft de eer zich tot Uwe Directie te wenden naar aan leiding van de wijze waarop buitenlandsche goederen hier ingeklaard worden door Uwe douaneagenten. Als aangifte der waarde voor de berekening van het invoer recht en statistiekrecht wordt daarbij aangenomen het bedrag op de douanedeclaraties door de buitenlandsche afzenders vermelddit bedrag siemt veelal niet met de juiste waarde overeen en het gevolg is, dat de ontvanger der goederen dan eene hooge boete te betalen heeft. Aan de onjuiste aangifte heeft echter de ontvanger geene schuld en de afzender, als niet vallende onder de Nederlandsche wetsbepalingen, voelt niet de nood zakelijk van juiste aangifte. Het wil onze Kamer voorkomen dat genoemde onbil lijkheid niet langer bestendigd mag blijven en dat voor elke zending opgave der waarde aan de ontvangers der goederen dient aangevraagd te worden. Onze Kamer verzoekt daarom uwe Directie beleefd, aan de douane agenten opdracht te willen geven, de waarde der goederen steeds te willen aanvragen bij de geadresseerden. De Kamer voornoemd R. SMAGOHE, Voorzitter. HORNIX, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1921 | | pagina 463