No. 1146. 21 Juli 1921.
Openstelling Postkantoor
des Zondags.
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat
te 's Gravenhage.
Excellentie
De Kamer van Kooph. en Fab. te Breda vernam, dat
het voornemen bestaat dat het Postkantoor alhier des
Zondags voortaan slechts één uur opengesteld zal worden.
Na ingewonnen inlichtingen werd door de Kamer ver
nomen, dat van handels- en industriëele zijde hiertegen
groote bezwaren worden geopperd, daar er nu reeds een
zeer beperkte dienst is en één uur openstelling voor eene
goede regeling der noodige werkzaamheden des Zondags
onvoldoende is.
Hierbij moet niet uit het oog verloren worden dat, hoe
gaarne men des Zondags ook allen arbeid wenscht te
beperken, de omstandigheden niet toelaten, dezen geheel
te doen ophouden.
Het komt daarom de Kamer wenschelijk voor, den
Zondagsdienst te behouden, zooals deze tot nu toe is,
en vertrouwt zij, dat Uwe Excellentie haar standpunt zult
deelen.
Mocht dit evenwel op zulke bezwaren stuiten, dat de
tegenwoordige regeling niet behouden kan worden, dan
zou het meest geschikt zijn, het kantoor open te stellen
van 11 uur v.m. tot 12 uur 30 n.m., hoe later dit
open staat, hoe verkieslijker.
De Kamer merkt hierbij op dat voor het verzenden
van telegrafische postwissels de tusschenkomst der
Posterijen noodig is en dat hoe meer gelegenheid voor
verzending er is en hoe later dit kan geschieden, des
te wenschelijker zulks is.
47
Bijlage H.
De Kamer voornoemd.