44
B. Redden van drenkelingen.
Aan premiën te dezer zake werd in 1921 niets uitbetaald.
C. Belooning voor menschlievend hulpbetoon.
Aan 1 agent van politie 2e klasse werd een Koninklijke onder
scheiding voor menschlievend hulpbetoon (het tot staan brengen van
een hollend paard met gevaar voor eigen leven) verleend.
D. Zelfmoorden.
In 1921 werden 3 zelfmoorden geconstateerd.
UI. Doodschouw.
Met het verrichten der doodschouw, bedoeld in art. 4 der wet
van 10 April 1869 (Staatsblad n° 65) was in 1921 belast de
tijdelijke gemeente-geneesheer Joh. Beintema.
Bij ontstentenis van den heer Beintema werd als diens plaatsver
vanger aangewezen de heer Dr. F. C. M. Hofman.
IV. Arbeidswet.
Tabel van het aantal op 31 December 1921 geldige arbeidskaarten,
afgegeven door of vanwege den Burgemeester van Breda.
Afgegeven arbeidskaarten.
12 jaar.
13 jaar.
14 jaar.
15 jaar.
16 jaar.
17 jaar.
Totaal.
Jongens
23
109
139
136
137
544
Meisjes
8
93
132
115
134
482
Totaal.
31
202
271
251
271
1026
Gehuwde vrouwen 57.
V. Brandweer.
Het personeel der brandweer bestond op 31 December 1921 uit
1 opperbrandmeester,
1 adjunct-opperbrandmeester,
18 brandmeesters,
1 opzichter van het materieel,
1 bode,
104 brandgasten,
126 personen.
Van hetgeen verder met betrekking tot de brandweer en de brand-