II. Nijverheid.
Fabrieks- en ambachtsnijverheid.
Kamers van Arbeid.
De Kamers van Arbeid zijn ook in 1921 alhier beperkt ge
bleven tot één, namelijk die voor de
Bouwbedrijven,
opgericht in 1900.
De Kamer is samengesteld als volgt
Leden-patroons, de heeren
G. C. van Dijk, te Ginneken, voorzitter.
P. M. Kuselbos, Breda, bestuurslid.
Jos. Verhagen,
Alb. W. Harthoorn,
Leden-werklieden, de heeren
D. Boog, te Breda, voorzitter.
M. J. van Zutphen, bestuurslid.
C. van Aard,
J. M. Smits,
A. Rasenberg,
Secretaris de heer P. M. Kuselbos.
Zooals bekend is, strekt zich deze Kamer uit over de ge
meenten Breda, Teteringen, Ginneken en Princenhage.
Bij beschikking van den Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel, d.d. 17 Juli 1915 no. 742, is bepaald, dat op grond
van de tegenwoordige buitengewone omstandigheden, de tijd,
waarvoor de thans zitting hebbende leden van de Kamer van
Arbeid zijn benoemd, zal worden verlengd tot een nader te
bepalen datum.
III. Scheepvaart.
Aan het op peil houden van het water is ook in 1921 zooveel
mogelijk zorg besteed.
Het getal schepen, dat de haven in- en uitgevaren is, bedraagt
3323 met eene gezamenlijke tonnemaat van 327456 tegen 2098
in 1920 met een gezamenlijke tonnemaat van 258391.
71