VERSLAG betreffende Gemeente-Eigendom
men en -Inrichtingen en den Dienst der
Openbare Werken over het jaar 1921.
1. Personeel.
Het personeel der Openbare Werken bestond op 31 December uit
1 directeur,
1 adjunct-directeur,
1 technisch hoofdambtenaar,
1 technisch ambtenaar, hoofdzakelijk belast met bestrating en
rioleering,
1 technisch ambtenaar voor onderhoud gebouwen, bruggen enz.
1 technisch ambtenaar, tevens teekenaar,
3 ambtenaren, tevens teekenaars, in tijdelijken dienst,
1 klerk,
1 tijdelijk jongste bediende.
De hoofdopzichter C. A. van Oyen werd met ingang van 1 Juni
1921 eervol ontslagen, wegens zijne benoeming tot leider van den
Woningdienst te Rotterdam.
In zijn plaats werd met ingang van 1 December d. a. v. benoemd
als technisch hoofdambtenaar de heer J. Reijn.
Met ingang van 1 April 1921 werd aangesteld als technisch
ambtenaar, tevens teekenaar, de heer W. H. Beindorff, voorloopig
voor den tijd van één jaar.
Het aantal werklieden in vasten dienst bleef onveranderd en
bestond op 31 December uit
4 straatmakers
4 straatmaker-helpers
3 timmerlieden
2 metselaars
4 opperlieden
2 baggerlieden
5 wegwerkers
Totaal 24
Aan een der werklieden werd het gebruikelijke diploma met gra
tificatie uitgereikt voor 25-jarigen onafgebroken dienst.
Behalve bovengenoemde werklieden in vasten dienst zijn nog een