VERSLAG van den Dienst der Beplantingen
over 1922.
Personeel.
Aan den heer H. C. Waals, die gedurende 42 jaren als hoofd van den
dienst der beplantingen werkzaam was, werd met ingang van 1 Augustus
1922 eervol ontslag verleend onder dankbetuiging voor de veeljarige en
belangrijke diensten.
In de raadsvergadering van 31 Juli 1922 werd ondergeteekende benoemd
tot directeur der beplantingen hij aanvaardde zijne betrekking reeds op
1 Augustus daaraanvolgende.
Andere veranderingen in het personeel hadden in dit jaar niet plaats.
Bij den dienst der beplantingen waren op I Augustus 1922 werkzaam:
In vasten dienst
1. J. Jansen, ie parkknecht-bloemist.
2. M. van Steen, parkknecht.
3. J. Klijs,
4. P. Aartsen, tuinman.
5. H. Huijbregts,
6. A. Dekkers,
7. A. Vermolen,
8. C. Gommers tuinknecht.
9. A. Musters,
10. H. van Gurp, arbeider.
11. Chrs. Musters
In tijdelijken dienst
12. P. Klijs, arbeider.
Bloemisterij met bijbehooren.
Na zorgvuldig onderzoek bleek mij al spoedig, dat de bestaande serre
groot 156 M. te klein was en in een slechten toestand verkeerde,
evenals de verwarmings-installatie, welke niet zonder gevaar langer dienst
zou kunnen doen.
De hiertoe betrekkelijke rapporten d.d. 22 Augustus en 25 September
1922 hadden tot gevolg, dat Burgemeester en Wethouders ter plaatse een
onderzöek instelden en aan den gemeenteraad het voorstel deden om
over te gaan tot bijbouw eener serre groot 20—6 M.
De gemeenteraad stond het gevraagde crediet van f5000.— toe. Dit
crediet was ook voldoende voor eene geheel nieuwe verwarmingsinstallatie,