4 HOOFDSTUK III. Verbetering van woningenoverbevolking. 13. Toepassing van artikel '15 der Woningwet. (Mededeeling te doen van het aantal malen, dat in den loop van het dienstjaar artikel 15 der Woningwet is toegepast, met vermelding van het aantal woningen, waarop de bezwaarschriften betrekking hadden.) Dit artikel vond in 1922 geen toepassing. 14. Aanschrijvingen tot verbetering van woningen (artikel 17 en 19^ tweede zinsnede, der Woningwet). Aanschrijvingen als hierbedoeld hadden in 1922 niet plaats. 15. Verbetering van woningen als gevolg van onderhandsch overleg tusschen het gemeentebestuur en den eigenaar. (Bij de feitelijke mededeelingen te vermelden het aantal woningen, dat verbeterd werd.) In 54 gevallen werden de eigenaren gewezen op verschillende gebreken, welke, in verband met de voorschriften der bouwverordening, verbetering behoefden. Deze verbeteringen kwamen, behoudens een enkele uitzondering, tot stand. 16. Aanschrijvingen ter zake van overbevolking (artikel 18 en 19, tweede zinsnede, der Woningwet). (Bij de feitelijke mededeelingen opgave te doen van het aantal woningen bij de aanschrijvingen betrokken.) Deze aanschrijvingen hebben niet plaats gehad. 17. Zelfstandige onderzoekingen van burgemeester en wethouders krachtens artikel 19, eerste zinsnede, der Woningwet. (Mededeeling te doen van den aard en den omvang van het onderzoek.) Vanwege den dienst der bouwpolitie wordt voortdurend nagegaan, welke woningen verbetering behoeven of in welk ander opzicht deze niet aan de voorschriften der bouwverordening voldoen. Nadat de betrokken eigenaar in deze mondeling of schriftelijk is ge waarschuwd, worden in den regel de noodige herstellingen aangebracht. 18. Toepassing van artikel 20, eerste lid, der Woningwet. (Mededeeling te doen van het aantal beroepen, onderscheiden naar gelang deze door de gezondheidscommissie, de inzenders van een bezwaar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 125