schrift of door hen, tot wie een aanschrijving is gericht, zijn ingesteld en onderscheiden naar gelang het gevallen van verbetering van woningen of gevallen van overbevolking betreft.) Dit artikel vond in 1922 geen toepassing. HOOFDSTUK IV. Onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak. 19. Onbewoonbaarverklaring ingevolge artikel 21, eerste lid, der Woningwet. (Bij de feitelijke mededeelingen opgave te doen van het aantal onbe woonbaar verklaarde woningen en eventueel nadere bijzonderheden.) Besluiten tot onbewoonbaarverklaring van woningen werden in 1922 niet genomen. 20. Onbewoonbaarverklaring ingevolge artikel 21, tweede lid, der W oningwet. (Bij de feitelijke mededeelingen opgave te doen van het aantal onbe- woonbaarverklaarde woningen en eventueel nadere bijzonderheden.) Zie hiervoor bij punt 19. 21. Toepassing van artikel 21, vierde lid, b en f, der Woningwet). (Onder verwijzing naar de nos 16 en 17 te vermelden, indien zich daarbij gevallen, bedoeld onder artikel 21, vierde lid, b en f, hebben voorgedaan.) Zie hierboven bij punt 19. 22. Verlenging ontruimingstermijnen art. 21, vijfde lid, der Woningwet). (Mededeeling te doen van het aantal woningen, waarop de verlenging betrekking had en het tijdstip van onbewoonbaarverklaring dier woningen). Verlenging van ontruimingstermijnen heeft niet plaats gehad. 23. Toepassing van artikel 22, eerste, tweede en derde lid, der Woningwet. (Mededeeling te doen van het aantal woningen, waarop de voorziening betrekking had, met onderscheiding of deze was aangevraagd door de gezondheidscommissie, door de inzenders van een bezwaarschrift krachtens artikel 15 of door belanghebbenden benevens van den uitslag van het beroep.) Voorziening werd in 1922 niet aangevraagd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 126