Door het aanbrengen van overstorten aan de beerputten vermindert het aantal ruimingen; dit aantal bedroeg 4581 tegen 4664 in 1921. De opbrengst dezer rechten was f 12257,70. Verkoop van meststoffen. De hoeveelheden verkochte meststoffen bedroegen Faecaliën: 20307,4 H.L. a f 0,20 per H.L. f 4061,48. 12329,1 0,30 3698,73. 20515^3 0,40 8206,12. Totaal 53151,8 HL. f 15966,33. Gemiddelde prijs f 0,30 per H.L. Straat- en huisvuil: 4033380 K.G. a f 1,per 1000 K.G. f 4033,38. 769300 „1,50 1000 1153,95. 1679070 „2,— 1000 3358,14. Totaal 6381750 K.G. f 8545,47. Gemiddelde prijs f 1,34 per 1000 K.G. Paardenmest van eigen paarden bracht op de som van f 838,20. Oude metalen, glas, lompen, papier enz. f 201,05. Voor het gebruik van'gereed schappen werd betaald de som van f 133,34. Nu de toestand bij den landbouw, voorzooverre de hoeveelheden en de prijzen der kunstmeststoffen betreft, weder normaal begint te worden, daalt ook de vraag naar onze meststoffen en is het niét meer mogelijk hooge prijzen te bedingen, ja zijn wij menigmaal genoodzaakt de voorraden tot lagen prijs aan te bieden, omdat ons bedrijf om verschillende redenen, waaronder ook hygiënische, niet toelaat voorraden te maken. Ook de weersgesteldheid is een factor, die invloed op prijzen en af te nemen hoeveelheden uitoefent, deze is echter wisselend, terwijl de invloed van den eerstgenoemden factor van blijvenden aard is. De prijzen dienen dus met die van de jaren vóór den oorlog vergeleken te worden, de toestand van toen komt met die van thans vrijwel overeen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 161