15 HOOFDSTUK IX. Drinkwatervoorziening. De Commissie ontving van den inspecteur der volksgezondheid A. H. van de Velde ter inzage een rapport van den Directeur van het Centraal Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid te Utrecht over het onderzoek van het water der Bredasche waterleiding, welk rapport niet voor publi catie bestemd was. De uitkomsten van dat onderzoek bleken gunstig te zijn. De Commissie ontving van Gedeputeerde Staten van Noord brabant een circulaire betreffende drinkwatervoorziening in verband met de groote droogte. Daar de capaciteit van de Bredasche waterleiding voldoende was, behoefden geen bijzondere maatregelen genomen te worden. Van den Pharmaceutischen Inspecteur A. H. van de Velde ontving de Commissie een circulaire over bestaande of te ver wachten watergebrek in verband met de droogte. De Commissie deelde mede, dat in Breda geen watergebrek heerschte of verwacht werd- Burgemeesters en Wethouders noodigden den Voorzitter der Commissie, desgewenscht met een lid of den secretaris, uit tot een conferentie ten gemeentehuize ter bespreking van de ver ordening betreffende de voorwaarden voor levering van water uit de gemeente waterleiding- Voorzitter en secretaris woonden die conferentie bij. Zij drongen er op aan om het drinkwater, vooral aan de minder gegoeden, gemakkelijk en goedkoop verkrijgbaar te stellen door handhaving van het abonnements-systeem, ook voor vier- kamerwoningen en betaling van het'abonnement door den eigenaar der woning. In dien zin werd door de Commissie advies uitgebracht over de nieuwe verordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 183