17 Bouwverordening. Evenals in vorige jaren werd door Burgemeester en Wethou ders van Breda herhaaldelijk het oordeel der Commissie gevraagd over het al of niet verleenen van uitzondering op het verbod van art. 14 der Bouwverordening. De Commissie, alvorens advies uit te brengen, stelt zich immer door een plaatselijk onderzoek op de hoogte van den toestand. De lijst van de uitgebrachte adviezen en de beslissingen, door den Gemeenteraad genomen, is als bijlage 1 in dit verslag opge nomen. HOOFDSTUK XII. Onderwerpen, niet vallende onder een der vorige hoofd stukken. De Commissie ontving van den Voorzitter van den Gezond heidsraad een circulaire betreffende het rooken door jeugdige personen. De Commissie deelde mede, dat te Breda een verordening, hierop betrekking hebbende, bestaat, onder bijvoeging van een exemplaar van die verordening. Zij deelde verder mede geen ervaring te hebben omtrent de werking der verordening, doch dat zij meent, dat de handhaving dei verordening niet ernstig wordt opgevat, aangezien tot heden geen enkele overtreding van die verordening voor het Kantonge recht behandeld werd. De Inspecteur van de Volksgezondheid voor de hygiëne van het kind zond een vragenlijst over crèches. De Commissie deelde mede, dat te Breda geen crèches be staan. Van den geneeskundigen inspecteur dr. C. Drenth ontving de Commissie een vragenlijst betreffende bad- en zweminrichtingen. Geantwoord werd, dat te Breda bestonden: I Een publieke kostelooze zwemirichting aan den Weerijs singel, bevattende 46 open hokjes. 2Een militaire zwemkom met 35 kamertjes. Deze inrichting is alleen toegankelijk voor militairen en gezinsleden van militairen. 3". Een tijdelijke inrichting voor douche-baden, opgericht met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 185