28
Annuïteiten verschuldigd wegens op grond van art. 33 der
Woningwet ontvangen voorschotten.
Dienstjaar, waarin
het voorschot
werd ontvangen.
Bedrag
van het
voorschot.
Bedrag
der
annuïteit.
Bedrag van
eventueele
Rijksbijdrage
in deze
annuïteit.
Jaar
waarin de
schuld
zal zijn
afgelost.
1910
88947
3707
1960
1912
5587
267
1962
1913—1914
112000
5103
1964
1914
31498
1435
1964
1918
77000
3423
1968
Gemeentebegrooting.
De gemeente-begrooting dienst 1922 werd vastgesteld in ontvangsten
en uitgaven op een bedrag van f3.439.584,33 en goedgekeurd bij besluit
van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 12 Juli 1922, G no. 331,
Plaatselijke directe belasting naar het inkomen.
In zijne vergadering van 22 Maart 1921 heeft de Raad besloten om,
te rekenen van 1 Mei 1921, de regeling van de aanslagen in en de zorg
voor de inning van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen te
doen geschieden door de Rijksadministratie.