4
Mej. J. V. C. Borgman, tijdelijk leerares in de lichamelijke oefening
tot 31 Augustus, wenschte wegens hare benoeming te Nijmegen niet voor
een vaste benoeming in aanmerking te komen.
Aan mej. J. Muntendam, de eenige sollicitante naar de betrekking van
leerares in de lichamelijke oefening, verleenden Burgemeester en Wethouders
31 Augustus vergunning, in afwachting van hare benoeming door den
Raad, haar lessen dadelijk bij het begin van den cursus 1922 —1923 aan
te vangen.
Bij raadsbesluit van 28 September ontving mej. Muntendam haar tijde-
lijke aanstelling van 1 Sept. 1922 tot 31 Augustus 1923.
Bij raadsbesluit van 8 Juni werd den heer Dr. J. Ridder, benoemd
aan het lyceum te Baarn, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van
leeraar in de natuurkunde. Daar in den cursus 1922 1923 de afdeeling
B van klasse V zou ontbreken, en de natuurkunde-lessen, op twee lesuren
na, zouden kunnen worden waargenomen door de leeraren in wiskunde,
scheikunde en nat. historie zonder verhooging van hun jaarwedden, behoefde
voor dezen cursus slechts voor deze twee lesuren een leeraar benoemd
te worden. Bij raadsbesluit van 31 Juli werd daartoe benoemd de heer
J. W. N. Le Heux, oud-officier, leeraar in de natuurkunde aan de Kon.
Mil. Academie.
Bij raadsbesluit van 24 April werd den heer W. Uges voor het cursus
jaar 1922—1923 ontheffing verleend van het bepaalde in art. 1 der
verordening, houdende bepalingen omtrent het ontslag aan ambtenaren
in vasten dienst der gemeente Breda (gemeenteblad n°. 202).
Curatoren.
Bij raadsbesluit van 23 December werd opnieuw benoemd de heer
Dr. H. J. L. Struijcken en zulks voor den gewonen tijd van zitting.
Gebouw en Leermiddelen.
Het gebouw werd goed onderhouden en verkeert in goeden toestand.
Bij het onderhoud en de aanvulling van boekerij en leermiddelen werd
de grootst mogelijke zuinigheid in acht genomen.
BREDA, 15 Februari 1923.
Het College van Curatoren va?i het Gymnasium
te Breda
W. INGEN-HOUSZ, Voorzitter.
M. VAN DAM, Secretaris.