11 tweeden Kerstdag in gereed geld uit te keeren aan de door vermeld burgerlijk armbestuur bedeeld wordende armen twee 4V2% pandbrieven Nederlandsche Bankinstelling ieder groot f lOOO,twee 4 °/0 pandbrieven Friesch-Groningsche Hypotheekbank, ieder groot f 1000.en twee pandbrieven Zuider Hypotheekbank, ieder groot flOOO,— in April 1910 door den rentmeester van ons bestuur ontvangen van een weldoener, die onbekend wenscht te blijven, onder voorwaarden de rente dezer stukken te bestemmen voor eene jaarlijksche uitdeeling te houden daags vóór Kerstmis bestaande uit voedings middelen en brandstoffen g. ten laste van Oostenrijk acht stuks N. P. Metalliek, ieder groot f 100, Yan de interesten dezer stukken moet jaarlijks f 18,worden uitgereikt aan den zeereerwaarden heer pastoor der parochie van Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart alhier, zijnde de voorwaarden waarop dit kapitaal door Marijnus Oonincx den arme is vermaakt. Aangezien de coupons dezer stukken niet konden worden verzilverd heeft de uitkeering van bovenvermelde ff8,niet plaats gehad; h. f1000,Nederland 4 l/s u/0 Nationale Schuld, den len Augustus 1917 het burgerlijk armbestuur geschonken door een weldoener, die onbekend wenscht te blijven, en die als voorwaarden stelde de rente aan te wenden als hiervoor bij a is vermeld i. een obligatie ten laste der parochie van de H. Barbara te Breda, groot f500,— rentende 3 1j2 °/0. Deze obligatie werd in 1889 door tusschen- komst van den toenmaligen voorzitter van ons bestuur van een onbekende ontvangen j. ten laste der gemeente Amsterdam, leening 1916, twee stuks a f100, rentende 4 1js °/0, aangekocht 18 Februari 1916; k. vijf 4 °/0 pandbrieven Zuid Hollandsche Hypotheekbank, ieder groot f100,aangekocht 4 Mei 1917. I. f 500,Nederland 4 °/0 Nationale Schuld, aangekocht 22 Sep tember 1917. m. f600,5% Nederland, aangekocht 1 April 1919. ti. f300,5 °/0 Nederland, aangekocht 29 November 1922, waarvoor met inbegrip van verschenen rente en commissieloon betaald is f284,18. 0. f700,5 °/0 Nederland, aangekocht 7 Februari 1920. Door aflossing van twee geldrenten op 3 October 1922, waarvan het vrijkomend kapitaal f15.05 bedroeg en op 15 November 1922, waarvan het vrijkomend kapitaal f 142.80 bedroeg, is het thans ter belegging aanwezige geld f3.336. p. ten laste der gemeente Breda, zestien stuks obligatiën tot een gezamenlijk bedrag van f12600,rentende 3%, en drie rente groot 1 9.37 t/o, f 74.73 1/s en f 151,80 1/2, welke renten opvolgend verschijnen op 10 Mei, 29 November en 24 December.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 354