33 >geregeld binnenkomen der aangevraagde voorschotten, zoodat de aannemer smet de uitvoering der werken traineert en daardoor een belangrijk rente- verlies ontstaat. sTen slotte zij vermeld, dat het bestuur in het laatste gedeelte van het sjaar zeer veel onaangenaamheden heeft moeten doorstaan door het besluit svan Z.E. den Minister van Arbeid, in zake de huurverhoogingen en vaststellingen in verband met de gezinsinkomens der huurders. Bij besluit van 24 Juni 1922 is bepaald, dat alle bewoners ongeveer sl/6 a 1/7 van het gezinsinkomen aan huur moeten betalen. Alhoewel het «bestuur met dezen maatregel instemt, heeit de uitvoering daarvan toch sheel veel ontstemming bij de bewoners verwekt. sOnder leiding van den bewoner J. H. Smits hadden protest-vergaderingen «plaats en werden door hem ingezonden stukken in een plaatselijk blad «geschreven en requesten gezonden naar Z. E. den Minister van Arbeid. «In deze requesten liet hij uitkomen, dat het besluit van Z. E. den «Minister van Arbeid een gevolg was van onze tekorten op de exploitatie- «rekening, die het gevolg zouden zijn van een gehouden wanbeheer van «het bestuur. Een en ander gaf aanleiding tot een geleidelijk verzet van «de bewoners tegen het bestuur, wat een richtig uitoefenen van het beheer «bemoeilijkte. Het behoeft verder geen nadere toelichting, dat deze om- «standigheden, alsmede de voortdurende financieele moeilijkheden met den «aannemer door het niet geregeld uitbetalen van de Rijksvoorschotten, «de taak van het bestuur dit afgeloopen jaar zeer moeilijk en minder «opwekkend hebben gemaakt.« Aan het verslag van de afd. Breda der Nederlandsche Vereeniging voor Volks- en Schoolbaden, omtrent de exploitatie van een tijdelijk houten badhuisje in het tekort waarop bij raadsbesluit van 6 Juli 1923 een bijdrage van 75 werd verleend ontkenen wij het volgende «Het badhuis werd in 1922 doorloopend -- ook bij zeer strenge «koude bezocht. Meermalen kwam het voor, dat aan alle aanvragen «niet kon worden voldaan. Hieruit blijkt wederom, dat uitbreiding of te «eeniger tijd vervanging door een inrichting van meer permanenten aard «noodzakelijk is. «Het aantal genomen baden bedroeg in de warme maanden ongeveer «150 per week, in de koudere ongeveer 50 a 90 per week. Eenigszins «wordt het gebruik gedrukt door de heerschende werkloosheid. «Moreele steun werd ontvangen van de Gezondheidscommissie te Breda «en van de Afd. Breda van Volksonderwijs. «Door toedoen van de Afd. Breda van de Vereeniging „Het Groene «Kruis" werden velen vooral kinderen er toe gebracht, zich te baden. «Het ledental nam waarschijnlijk in verband met de tijdsomstan- «digheden eenigermate af.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 35