5
Die kosten bedroegen in
1917
f 189,90
1918
186,92
1919
214,63
1920
198,15
1921
1 72,25
In 1922 meei dan in 4921 uitgegeven f 15,65.
Kantoor van waarborg der gouden en zilveren werken.
Bij de verschillende verkoopingen werd hieraan uitgegeven
Terugbetaald bij
lossing vóór de
verkooping
In Maart 1922 f 1- f 3,— f 3,-
Juni 0,60 -4- 4,95 5,55
September |- 2,85 2,85
December \- 9,90 9,90
f 0,60 f20,70 f21,30
en in 1917 f 12,75
1918 10,05
1919 11,025
1920 10,575
1921 10,725
Alzoo in 1922 f 10,575 meer dan in 1921.
Deze uitgaaf wordt geregeld naar het meerdere of mindere gewaarborgde
en het gehalte van de verkochte panden.
OverschoUen op verkochte panden.
De overschotten op verkochte panden, bestaande uit de meerdere
opbrengst dan de beleende som met de daarop verschenen interesten,
blijven, volgens artikel 24 van het Reglement der Bank, gedurende acht
maanden na de verkooping ter beschikking van de houders van pand
bewijzen.
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele der Bank.
Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden
in Februari 1922 f 130,745 van panden, verkocht in Juni 1921.
Mei 104,385 September
Augustus 61,78 December
November 176,37 Maart 1922.
f 473,28