O De verdere beambten zijn C A. Haast, schatter. J. J. Thiellier, magazijnmeester. De gebouwen bevinden zich in goeden staathet onderhoud geschiedt op voldoende wijze. De gevoerde administratie gaf geene aanleiding tot opmerkingen alle in het Reglement voorgeschreven registers werden geregeld bijgehouden. De verificatie der kas, het nazien der boeken, alsmede de controle in de magazijnen, hebben steeds geregeld plaats gehad en geen reden tot aanmerking gegeven. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders besloot de Raad, bij zijn besluit van 11 December 1922, tot likwidatie en opheffing der Bank. In verband hiermede werd bepaald, dat, te rekenen van 1 Januari 1923, geen nieuwe panden meer zullen worden aangenomen of bestaande belee ningen zullen worden vernieuwd en werd aan den directeur de likwidatie van het bedrijf opgedragen, mede in verband met de bepalingen van het Reglement voor de Bank. betreffende de lossing en den verkoop van panden, welke na verloop van veertien maanden niet zijn gelost. BREDA, 24 Maart 1923. De Commissie voor de Gemeentelijke Bank van Leeming H. J. MOLL, Voorzitter. CERUTTI, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1922 | | pagina 371