37
III. Doodschouw.
Met het verrichten der doodschouw, bedoeld in art. 4 der wet van
10 April 1869 (Staatsblad n°. 65) was in 1922 belast de tijdelijke gemeente
geneesheer dr. F. C. M. Hofman.
Bij ontstentenis van den heer Hofman werd als diens plaatsvervanger
aangewezen de heer Joh. Beintema.
IV. Arbeidswet.
Tabel van het aantal op 31 December 1922 geldige arbeidskaarten,
afgegeven door of vanwege den Burgemeester van Breda.
Afgegeven arbeidskaarten.
12 jaar.
13 jaar.
14 jaar.
15 jaar.
16 jaar.
17 jaar.
Totaal.
Jongens
15
103
140
155
146
559
Meisjes
69
128
139
127
463
Totaal
15
172
268
294
273
1022
Gehuwde vrouwen: 17.
V. Brandweer.
Het personeel der brandweer bestond op 31 December 1922 uit:
1 opperbrandmeester,
1 adjunct-opperbrandmeester,
18 brandmeesters,
1 opzichter van het materieel,
1 bode,
104 brandgasten,
126 personen.
Van hetgeen verder met betrekking tot de brandweer en de brand-
bluschmiddelen valt op te merken wordt verwezen naar het afzonderlijk
verslag van het college van brandmeesters, hetwelk als Bijlage XV bij
dit verslag is gevoegd.
VI. Openbare verlichting.
De openbare verlichting geschiedt door middel van gas en electriciteit,
ontleend aan de gemeente-gas- en electriciteitsbedrijven.
De verslagen en financiëele overzichten van de lichtbedrijven zijn hier
achter opgenomen onder de bijlagen XII en XIV.