VERSLAG van het Gemeentelijk Pensioen
fonds. over het jaar 1922.
Aan den Gemeenteraad.
Hierbij heb ik de eer U aan te bieden het verslag van den toestand
van het Gémeentelijk Pensioenfonds over het dienstjaar 1922.
Aan interesten van belegd kapitaal werd in 1922 ontvangen f 1803,54.
Van hei kapitaal van het pensioenfonds zijn op 1 Januari 1923 afge
lost 6 obligaties elk k f 500 der 0/0 leening van 1886 en 1 a f 500
der 40/0 leening van 1903 gemeente Breda.
De bijdrage van de gemeente bedroeg over 1922 iRbsl. van 16 Maart 1923).
a. algemeene dienst f 69,430,
b. gasfabriek 40,720,
c. waterleiding 6,540
d. electr. bedrijf 6,550,
e. bank van leening 2,760,
f. trambedrijf 2,515,—
g. vvarenkeuringsdienst 2,245,
Totaal f 130.760,—
Aan bijdragen van gemeente-ambtenaren werd ontvangen voor inkoop
van diensttijd als gemeente-ambtenaar f 92,71. Als voor, als tijdelijk
gemeente-ambtenaar f 677,33. De door de gemeente vóór 1 October
1913 gepensionneerde ambtenaren droegen bij f 131,86.
Verder is als ontvangst verantwoord
Teruggaaf van aan 5 gepensionneerde ambtenaren
verstrekte voorschottenf 460,
De uitgaven bedroegen
Nadeelig slot der rekening van 1921f 12,070,915
Administratiekosten (hieronder begrepen de vergoeding
ad f 300,aan den administrateur)f 401,92
Bij den betaalmeester werd gestortvoor ambtenaarspensioen (ingevolge
art. 40 der Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913) f 12,918,55,
ingevolge art. 43 (inkoop van tijdelijke diensten) f 2841,475, ingevolge
art. 63 en 64 dierzelfde wet (inkoop van vroegere diensten) 1 1102,365,
ingevolge art. 65, 2e lid, f 117,87, ingevolge art. 68 dier wet (jaarlijksche
vergoeding voor uitgekeerde ambtenaarspensioenen) f 14,879,voor