VERSLAG betreffende Gemeente-Eigendommen
en -Inrichtingen en den Dienst der
Openbare Werken over het jaar 1922
I. Personeel.
Het personeel der Openbare Werken bestond op 31 December uit
1 directeur,
1 technisch hoofdambtenaar,
1 technisch ambtenaar, hoofdzakelijk belast met bestrating en rioleering,
1 technisch ambtenaar voor onderhoud gebouwen, bruggen enz.
1 technisch ambtenaar, tevens teekenaar,
1 technisch ambtenaar, tevens teekenaar, in tijdelijken dienst,
1 klerk.
De vermindering van personeel vindt hare oorzaak in de overbrenging
van de afdeeling ,,Bouwpolitie en Volkshuisvesting" naar het gebouw
Eindstraat 23, aan welke afdeeling de adjunct-directeur als hoofd is toe
gevoegd. De splitsing had plaats in de maand Juli en geschiedde wegens'
het gebrek aan ruimte in het gebouw Karnemelkstraat 13.
De tijdelijke aanstelling van den technisch ambtenaar W. H. Beindorft
werd alsnog verlengd van 1 April tot 1 November.
Het aantal werklieden in vasten dienst verminderde met één. De met
selaar J. Joris werd met ingang van 1 Mei 1922 eervol ontslagen en
gepensionneerd.
Op 31 December waren in vasten dienst
4 straatmakers,
4 straatmaker-helpers,
3 timmerlieden,
1 metselaar,
4 opperlieden,
2 baggerlieden,
5 wegwerkers.
Totaal 23
Behalve bovengenoemde werklieden in vasten dienst zijn nog een aantal
losse werklieden gedurende eenige maanden in dienst geweest.
In 1922 kwamen 4 gevallen voor, vallende in de termen van de
Ongevallenwet.
Aan arbeidsloonen werd in het geheel uitbetaald f 71907.15, tegen
f 68259.18 in 1921.