ïlag betreffende Gemeente-Eigendommen
en Inrichtingen en den Dienst der Open
bare Werken over het jaar 1923,
1. Personeel.
Het personeel der Openbare Werken bestond op 31 December uit
1 directeur,
1 technisch hoofdambtenaar,
1 technisch ambtenaar, hoofdzakelijk belast met bestrating en
rioleering,
1 technisch ambtenaar voor onderhoud gebouwen, bruggen, enz.
1 technisch ambtenaar in algemeenen dienst,
1 technisch ambtenaar, tevens teekenaar,
1 klerk,
Het aantal werklieden verminderde met twee. De opperlieden
Joh. Boeren en Jac. Boeren werden wegens lichaamsgebrek uit den
dienst eervol ontslagen en gepensionneerd.
Op 31 December waren in vasten dienst
3 straatmakers,
3 timmerlieden,
1 metselaar,
8 handlangers,
I molenbaas-baggerman,
1 baggerman-motordrijver,
3 wegwerkers,
1 magazijnknecht,
21 totaal.
Behalve bovengenoemde werklieden in vasten dienst zijn nog een
aantal losse werklieden gedurende eenige maanden in dienst geweest.
Aan arbeidsloonen werd in het geheel uitbetaald f 66932,10 tegen
f 71907,15 in 1922.
Dit bedrag kan als volgt over de verschillende posten der be
grooting worden verdeeld