4 Tevens werd bij verschillende bouwvergunningen de aandacht gevestigd op toestanden in strijd met de voorschriften der bouw verordening, die voor bestaande gebouwen gelden. Herhaalde malen kwamen door middel van besprekingen met betrokken eigenaren verbeteringen tot stand. Aanschrijvingen op grond der artikelen 1 113 en 14 der Woningwet. Aangeschreven werd 1 eigenaar ter verbetering van een tweetal woningen aan den Delpratsingel. Onder de diverse aanschrijvingen van Burgemeester en Wethouders kunnen als bijzondere gevallenmorden gemeld 1° Bij eene verbouwing aan het pand Haagdijk No. 120 was een vertrek geheel van de buitenlucht afgesloten, hetwelk op de teekening als magazijn was ingeschreven, desniettemin werd dit vertrek na de verbouwing als woonvertrek gebezigd. Niet dan na eene waarschuwing van Burgemeester en Wethouders werd bedoeld vertrek ontruimd en overeenkomstig het ingeschrevene in de tee kening in gebruik genomen 2° Een achtergevel van het perceel Haagdijk No. 43, welke ge vaarlijk overhelde werd op eerste aanschrijving van Burgemeester en Wethouders gesloopt en daarna in loodrechten staat opgetrokken; 3° Op het perceel Haagdijk No. 50 werd gebouwd in afwijking met het goedgekeurde bouwplan. Aan eene aanschrijving van Bur gemeester en Wethouders werd niet tijdig gevolg gegeven, zoodat ten slotte eene waarschuwing het gewenschte resultaat bereikte 4° Uit een onderzoek ter plaatse bleek, dat in den kelder van het cantinegebouw aan de Chassé-kazerne een privaat aanwezig was, welke aldaar de gezondheid der bewoners zeer moest be- nadeelen. Door tusschenkomst der Bouwpolitie is thans bedoelde privaat weggenomen en wordt gebruik gemaakt van een in de nabijheid aanwezig zijnde gelegenheid, die in alle opzichten aan de Bouwverordening voldoet; 5° Een gebouw (sigarenfabriek) aan de Koninginnestraat werd zon der vergunning van Burgemeester en Wethouders verbouwd. Het werk werd gedeeltelijk afgebroken en daarna stopgelegd waarna proces verbaal werd opgemaakt. Toen eene bouwvergunning was aange vraagd en verkregen kon met het werk voortgang worden gemaakt 6° De voorgevel der woning Dieststraat No. 9/9a was dermate bouwvallig, dat eene vernieuwing daarvan noodzakelijk was. Op aanschrijving van Burgemeester en Wethouders werd daaraan dan ook gevolg gegeven; 7° Een houten gebouw aan den Wilhelminasingel was in gebruik genomen voor stalling van automobielen en reparatieinrichting. Na herhaalde waarschuwing werd genoemd gebouw ontruimd en voor dit doel buiten gebruik gesteld 8° De voorgevel der woningen Teteringenstraat No. 17/17a ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 130