VOLKSHUISVESTING. 6 Van de hierboven vermelde aanvragen vielen er 20 tevens onder de Veiligheidswet. B. Verschillende klachten werden onderzocht, meestal werd door bespreking met de betrokkenen verbetering verkregen. C. Opleggen van nieuwe voorwaarden krachtens artikel 17 der Hinderwet had 1 maal plaats. D. Wijz iging van voorwaarden krachtens artikel 12 der Hinder wet had niet plaats. E. Na waarschuwing had eenmaal intrekking van een vergunning krachtens artikel 20 der Hinderwet plaats. F. Wegens overtredingen en niet voldoen aan de Voorschriften werd 1 aanschrijving verzonden betreffende een bakkerij. G. Tweemaal werd de gestelde termijn binnen welken de inrich ting moet zijn voltooid, verlengd. Deze dienst omvat 1° het behandelen van aanvragen om voorschot krachtens art. 34 der Woningwet, door Vereenigingen, Vennootschappen en Stich tingen 2° idem voor Premiebouw ingevolge Koninklijk besluit van 8 November 1920 No. 29 3° toezicht en controle op de voorwaarden van met Rijks- en Gemeentesteun gebouwde woningen 4° controle op de jaarlijks vast te stellen huur voor de onder sub 3° genoemde woningen 5° het doen van voorstellen tot verbetering van den woningnood 6° het bijhouden van statistiek ter controle op den woningnood 7° controle op leegstaande woningen (art. 13 der Huuropzeg- gingswet) 8° controle enz. betreffende het onttrekken van woningen aan hare bestemming (art. 8c der Woningnoodwet) 9° verhuren en toezicht op kleine woningen en noodwoningen met weekhuur. Aanvragen om voorschot krachtens art. 34 der woningwet door Vereenigingen, Vennootschappen en Stichtingen. Bij schrijven van de Ministers van Arbeid, Handel en Nijverheid en van Financiën van 16 April 1923 No. 2 M. II/V 2892 zijn aan de gemeente Breda toegekend voorschotten uit 's Rijkskas tegen een rente van 6 °/o teneinde de gemeente in staat te stellen voorschotten van gelijke bedragen te verleenen aan de Algemeene Woningbouw vereniging voor Breda en omgeving en wel a. een voorschot van ten hoogste f 21325,ten behoeve van het verkrijgen van bouwterrein, en b. een voorschot van ten hoogste f 90000,ten behoeve van den bouw van 30 arbeiderswoningen. van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 132