Het bouwen van deze woningen is aanbesteed od 27 September 1923, waarop op 13 November 1923 door Burgemeester en Wet houders toestemming tot de gunning is verleend aan de aannemers Th. Pernot en J. W. Savelkoul te Obbicht en Geleen voor de som van f 81818, Bij schrijven van da Ministers van Arbeid, Handel en Nijverheid en van Financiën, van 4 September 1923 No. 3886 M/V 1551 is bepaald dat de bij Raadsbesluit van 29 December 1922 aangevraagde verhooging van het bouw- en grondvoorschot uit 's Rijkskas ten behoeve van de vereeniging Volkshuisvesting is toegestaan en wel een verhooging van f 73932,voor wat betreft het grondvoor schot en met f 165632,78 voor wat betreft het bouwvoorschot. In verband hiermede heeft op 26 October 1923 een aanbesteding plaats gehad voor het bouwen van 68 woningen zijnde dit de rest van het heele complex. Bij schrijven van Burgemeester en Wethouders van 17 December 1923 is toestemming verleend het bouwen dezer woningen te gunnen aan de aannemersfirma Gebr. van Heeswijk te Best voor de som van f 203500,en het schilderwerk aan de firma E. de Jonge te Breda voor f 6048, Door het verstrijken van den bij de aanbesteding bepaalden tijd van 30 dagen, waarin de inschrijvingen van kracht blijven, heeft deze laagste inschrijver voor het verfwerk van zijn recht gebruik gemaakt om zich terug te trekken, zoodat waar de andere inschrijvers aan merkelijk hoogere prijzen hadden, dit verfwerk opnieuw zal moeten worden aanbesteed. De R. K. Bouwvereeniging St. Joseph richtte in November 1923 het verzoek tot den Raad der Gemeente Breda om in verband met haar tekort in den bouw van 206 arbeiderswoningen, een ver hoogd voorschot van f 22036,64 te mogen ontvangen. Deze zaak is nog in onderzoek en was op het einde van dit jaar nog niet afgedaan. Premiebouw. (Koninkl. Besluit van 8 Nov. 1920 No. 29). Bij besluit van den Minister van Arbeid van 10 November 1922 volgn. 14 was aan J. B. H. Calluy te Breda een bouwpremie toe gekend van f 1800,voor het bouwen van drie woningen aan den Delpratsingel. Door omstandigheden werd door Calluy den bouw niet voltooid en heeft de aannemer J. Korteweg op 20 April 1923 den grond met het reeds gebouwde overgenomen en daarna verzocht de bouwpremie op zijn naam tie doen overschrijven, Hierop is door den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid bepaald, dat de bouwpremie zal worden overgeschreven op naam van J. Korteweg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 133