10
Voor dezen bouw van 33 woningen worden de benoodigde stuk
ken voor de besteding in orde gemaakt. De grond is inmiddels door
onderhandschen koop reeds gemeente-eigendom geworden, waarbij
inbegrepen een strook waarop nog plaats is voor 37 woningen.
Voor deze 37 woningen is een bebouwingsplan gemaakt, en daar,
met het oog op s Rijks financiën, aanvragen om bouwvoorschot
uiterlijk 20 December 1923 moesten zijn binnen gekomen om in aan
merking te komen, is vóór dien datum een voorloopige aanvrage
ingediend voor het verkrijgen van een grondvoorschot van f 22500,
en van een bouwvoorschot van f 107500,teneinde daarmede ge
noemde 37 woningen en dus het geheele complex aan het Dijkje te
kunnen afbouwen.
Opgave Statistiek-
Iedere drie maanden werd aan Burgemeester en Wethouders een
staat ingezonden, aangevende een globaal overzicht van het woning
tekort op dat tijdstip een overzicht vanaf 1 October 1919 (woning
telling) geeft onderstaanden staat
Toestand op
Aantal woningen
Aantal gezinnen
Tekort
1 Oct. 1919
5602
6061
884
31 Dec. 1920
5661
6199
1020
31 Dec. 1921
5835
6355
961
31 Dec. 1922
5867
6467
1074
31 Dec. 1923
5972
6450
969
In bovengenoemd tekort zijn begrepen plm. 300 ongeschikte
woningen, noodwoningen en onbewoonbaar verklaarde woningen,
benevens 3 van het aantal beschikbare goede woningen.
Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek te Den Haag wordt
maandelijks opgave verstrekt betreffende het bouwbedrijf in de
gemeente Breda.
Woningen in melker bewoning niet op ernstige wijze werd voorzien.
(Art. 13 Huuropzeggingswet).
Maandelijks werd aan Burgemeester en Wethouders ten behoeve
van de Huurcommissie opgave gedaan van bovengenoemde wonin
gen, welk aantal over 1923 bedroeg 36 stuks.
Het onttrekken van woningen aan hare bestemming,
die zij op I Juni 1920 hadden.
(Art. 8c Woningnoodwet).
Door 24 eigenaren werd voor 15 woningen geheele- en voor 12
woningen gedeeltelijke toestemming tot het onttrekken aan hare
bestemming verzocht.