irsiag van den Dienst der Beplantingen
over 1923.
Directeur
C. M. van Koolwijk.
Personeel.
Bij den dienst der beplantingen waren op 1 Januari 1923 werk
zaam. In vasten dienst
1. J. Jansen, le Parkknecht-bloemist.
2. M. van Steen, Parkknecht-bloemist.
3. J. Klijs, Parkknecht-bloemist.
4. P. M. Aartsen, Tuinman.
5. H. Huijbregts,
6. A. Dekkers,
7. A. Vermolen.
8. C. Gommers, Tuinknecht.
9. A. Musters,
10. H. van Gurp
1 1Chr. Musters,
In tijdelijken dienst
12. P. Klijs.
Gedurende het jaar 1923 werden 2 werkloozen in lossen dienst
genomen n.m. J. van Empel gedurende 3 maanden en F. Buuron
gedurende 6 maanden.
Bij besluit van B. en W. d.d. 9 Juli 1923, Ag. n° 33, werd de
functie van eerste parkknecht-bloemist overgebracht van de 4e naar
de 5e loonklasse en die van tweede parkknecht van de 3e naar de
4e loonklasse.
Bij besluit van B. en W. van 6 Augustus 1923, Ag. n° 3, werd
P. Klijs met ingang van 1 Augustus 1923, tot dien datum tijdelijk
werkzaam, vast aangesteld als tuinknecht.
Overeenkomstig de loonregeling werd aan Chr. Musters een
periodieke verhooging van het weekloon toegekend.
De gezondheidstoestand van het personeel was gunstig; totaal
werd er over 1923 aan ziektengeld uitgekeerd f 95,23 '/2 Onge
vallen kwamen niet voor.