7 derdag der maand bij Burgemeester en Wethouders zijn ingeleverd, ten einde de Commissie den noodigen tijd krijge voor plaatselijk onderzoek. opheffing gezond- De commissie ontving een schrijven van den Commissaris der heidscommissie. J^onjngjn in Provincie Noord-Brabant betreffende de vraag of de commissie al of niet diende te worden opgeheven Het antwoord luidde als volgt De Gezondheidscommissie voor de Gemeente Breda heeft de eer U het navolgende te antwoorden op Uwe vraag, of die commissie kan worden opgeheven, dan wel dient te worden gehandhaafd. De Commissie, die vraag in de eerste plaats uit een algemeen oogpunt beschouwende, meent er op te moeten wijzen, dat ge- zondheidscommissiën plaatselijke organen zijn, welke, toegerust met nauwkeurige kennis van plaatselijke toestanden waken voor de belangen der Volksgezondheid, de aandacht van bevoegde autoriteiten, o.a. het gemeentebestuur en de Inspecteurs van het staatstoezicht op de Volksgezondheid, vestigen op misstanden op hygiënisch gebied en advies uitbrengen ter verbetering. Zonder voorlichting van zoo'n plaatselijk orgaan ligt het voor de hand, dat veel zal ontsnappen aan de opmerkzaamheid van de inspecteurs, die zonder die voorlichting en medewerking hunne werkkrachten nooit ten volle zullen kunnen ontwikkelen. Ook bij het vaststellen van verordeningen, de volksgezondheid rakende, kunnen de gezondheidscommissiën nuttigen arbeid ver richten door het uitbrengen van deskundige adviesen. Bovendien zijn de gezondheidscommissiën een schakel tusschen autoriteiten en de bevolking, die weet, dat haar klachten op hygiënisch gebied door die commissiën nauwkeurig en onpartijdig worden onderzocht en zoonoodig onder de aandacht van de be voegde autoriteiten worden gebracht, zoo mogelijk met advies ter verbetering. Wat in het bijzonder de al of niet opheffing van de gezond heidscommissie voor de Gemeente Breda betreft, dient in de eerste plaats opgemerkt, dat er in Breda geen gemeentelijke gezondheidsdienst bestaat, zoodat bij het optreden van besmette- lijken ziekten de arbeid van die commissie bestaande in het op merkzaam maken van autoriteiten, het opsporen van de besmet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 170